Meet the Engineer - Fons Bannenberg
Na zijn opleiding Applied Science aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven maakte Fons Bannenberg een flitsende start aan zijn carrière als Process Engineer. Terugkijkend op zijn eerste jaar weet Fons waar hij de meeste energie uit haalt. In de toekomst zijn er nog meer leuke uitdagingen die roepen.
Wat vond je het leukste aan jouw opleiding Applied Science?
Wat ik erg interessant vond, was dat de opleiding tamelijk breed begon. Er was een viertal stromingen waar je later uit kon kiezen: Biologie, Analytische chemie, Chemische proceskunde en voeding. In het tweede jaar koos ik om verder te gaan in de richting van de chemische proceskunde. Deze stroming richt zich op de processtromen in fabrieken en veel berekeningen en modellen die ik in het eerste jaar ook al leuk vond. Ik heb toen niet gekozen voor de voeding richting, omdat ik dacht dat de dit eenzijdig zou zijn. Links en rechts kwam ik erachter dat de sector toch wat meer in zijn mars had. Gelukkig hebben de twee richtingen veel met elkaar gemeen en kan ik nu met de chemische kennis aardig uit de voeten. Daarbij zie je dat wel meer collega’s de chemische proceskunde als achtergrond hebben.
Het leukste tijdens mijn studie vond ik het opstellen van verschillende modellen en berekeningen, maar tijdens stages of onderzoeken kreeg je vaak maar een enkel onderdeel om aan te werken. Ik merk dat ik bij NIRAS Nederland nu weer heb gevonden waar ik energie van krijg. Dat is het gehele proces aanpakken. Het complete proces in kaart brengen en zien wat de effecten zijn van ieder los element waar je een verandering in aanbrengt.
Wat vind je van het toepassen van jouw kennis in de praktijk?
Leuk en leerzaam. Tijdens de opleiding ben je veelal theoretisch bezig of maak je een soort kopie van een bestaande productiefaciliteit. Nu zie je wat jouw werk in het daadwerkelijk teweeg brengt. Geen open eindjes meer, maar echte effecten. Wat in de praktijk ook anders is dan tijdens mijn studie, is juist het samenwerken met collega’s en het werken voor een opdrachtgever met de bijkomende dynamiek. De interactie met verschillende disciplines in deze mate is niet iets wat je op school mee krijgt, maar des te sneller oppikt in de praktijk. Wat ik zelf het grootste leerpunt vind is het bespreekbaar maken van die samenwerking en synergie. Het helpt om op een lijn te komen of in ieder geval door een deur te kunnen blijven gaan, aangezien dat het minste is wanneer je samenwerkt.
Hygiëne blijft het aandachtspunt binnen de food
Voedselveiligheid staat nog steeds op de agenda, zeker nu er zoveel zogezegd nieuwe voedingsmiddelen zijn. Verder kan het ook voor de welbekende voedingsmiddelen altijd beter. Verder ziet Fons duurzaamheid, en de ontwikkelingen op dat gebied, als een noodzaak. Op sommige gebieden voelt het wat machteloos, maar alle kleine stappen helpen om de food continue te blijven verbeteren.
Waar kijk je nog naar uit binnen NIRAS Nederland?
Wat me aansprak tijdens de kennismaking was het feit dat we uit willen dagen. Dit betekent dus dat we bij iedere opdracht eerst doorvragen of dit echt is wat de opdrachtgever wil. Een erg goede, maar ook leuke aanpak als je het mij vraagt. Mij lijkt het geweldig om uiteindelijk als engineer daarin meer verantwoordelijkheid te krijgen. Ik weet wel dat is daarvoor eerst alle basiseigenschappen van iedere taak nog onder de knie moet krijgen, maar ik voel erg de ruimte om mezelf daarin te ontwikkelen. Wat helpt is dat ik me nu al erg gewaardeerd voel als teamlid. Je hoeft geen lead engineer te zijn om het verschil te maken. Goede vragen en nieuwe inzichten worden gewaardeerd. Ook door opdrachtgevers merk ik, waarbij ik het zelf belangrijk vind dat zij bewust een keuze of optie accepteren, in plaats van dat ze die klakkeloos van ons aannemen. Iets meer daadkracht daarin verkrijgen als professional vind ik voor mezelf een mooi streven.